Alle verhalen gaan tegenwoordig zo: ‘En toen deden we dit en dat was ontzettend leuk alleen toen viel ze en moest ze huilen.’
S. vindt het ontzettend leuk als wij liedjes zingen, om mee te doen met ‘Hoofd schouders knie en teen’ en om op de metallofoon te spelen, dus lijkt het ons leuk om met haar een cursus Muziek op schoot te doen. N. vindt er een die op zaterdagochtend is, wat tof is, want dan zouden we beide om en om mee kunnen gaan. Maar uit het aanmeldformulier blijkt niet helemaal of dat de bedoeling is, want er wordt naar de naam van één ouder gevraagd, dus stuur ik ‘Miranda’ een mail. We ondertekenen met onze beide namen. Al vrij snel krijg ik een mail terug.
Daar staat in: “Je mag afwisselend komen met je man, en soms ook samen.”
Je man?! Welke van onze namen is ook alweer uniseks? Hoe komt ze erbij dat ik een man zou hebben?
We geven ons toch maar op, maar dit maakt geen al te beste eerste indruk.
De eerste les ga ik. Alle kinderen gaan netjes bij hun moeder of vader in de kring zitten. S. staat nog steeds bij het raam. Ik haal haar op en even blijft ze bij me, maar dan gaat ze weer staan en loopt naar een eindje verderop. Hoe doen die andere ouders dat? Dwingen die hun kinderen om bij hen te blijven of zijn die gewoon braver of vinden die het gezelliger om bij hun ouder te zitten? Het is niet alsof S. te verlegen is, bij het spel met de bal loopt zij juist als eerst zo naar het midden van de kring om haar bal weer te halen. Het is ook niet alsof ze te stoutmoedig is, want ze wordt helemaal stil als het welkomstliedje voor haar gezongen wordt. Ze gaat gewoon enorm haar eigen gang en doet niet speciaal mee met de les. Ze weigert resoluut om haar bal terug te geven. Als alle ouders een viswashandje krijgen, pakt zij die van me af en gaat een meter verderop staan, de bal nog in haar andere hand. Als de andere kinderen hun kikkertje al hebben opgeruimd, heeft zij er ondertussen drie veroverd. Ik weet niet of ik nu te streng ben of juist niet streng genoeg. Het kan me ook niet schelen. S. heeft het prima naar haar zin, ze lacht als de bal onder haar benen door rolt en als ik haar als een kikker laat springen.
Het duurt een paar lessen voor er mensen door hebben dat S. twee moeders heeft. De lessen zijn – logisch ook – vooral op de kinderen gericht, dus we weten alleen de namen van de kinderen en die van de ouders doen niet ter zake. Miranda zegt er ook niets meer over, die heeft het al moeilijk genoeg om de namen van de kinderen te onthouden. De eerste les, als het sneeuwt en ijskoud is, komt ze ook nog eens veel te laat, waardoor we allemaal half verkleumd bij het hek moesten wachten, dus onze indruk is helaas nog niet erg verbeterd. Gelukkig vindt S. de lessen wel heel leuk, en vinden wij het leuk om te kijken hoe S. zich in de groep gedraagt. En ze leert gaandeweg zelfs om de viswashandjes en dergelijke zonder te gaan krijsen terug te geven, dus het is ook nog eens educatief verantwoord. Er is één moeder die naar N. kijkt met een blik van: ‘Hé, had S. vorige week niet een andere moeder bij zich?’, vermoedelijk vanwege de plotseling sterk verbeterde zangkwaliteiten. Ik word altijd nogal zenuwachtig van dat soort situaties. Ik weet wel dat het allemaal niets uitmaakt, dat het mensen totaal niet boeit, maar ik wil de vragen gewoon graag voor zijn, dus ik maak een paar opmerkingen als dat ik er vorige week niet was, omdat S. toen met haar andere moeder was. ‘Oké’, zeggen de moeders. Ongetwijfeld praten ze er thuis over verder, denk ik dan, omdat N. en ik ook uitgebreid de moeders en kindjes bespreken, maar misschien ook wel niet.
Het kan wel zo zijn dat niemand er een probleem van maakt als je met twee moeders bent, maar feit blijft dat niemand ooit van tevoren bedenkt dat een kindje twee moeders kan hebben. En dat dat soms gewoon erg irritant is.