Ik laat D. nu soms ook uit de kinderwagen als we in de speeltuin zijn. Het gevolg is wel dat ze nu begint te krijsen zodra we in de speeltuin zijn, omdat ze eruit wil, ook als het eigenlijk tijd voor haar is om te slapen. Maar als je haar dan in de schommel zet, geniet ze volop. Zeker als S. haar hoger duwt dan ik durf, dan hoor je haar schaterlachen. Ze heeft ook al in de zandbak en op de wip gezeten. Het liefst zou ze zelf de speeltuin verkennen, maar op haar knieën vind ik dat nog niet heel handig (D. loopt op haar knieën), dus dat doe ik nog maar even niet. Omdat ik geen zin heb in strijd om haar daarna weer in de wagen te krijgen, draag ik haar uiteindelijk steeds maar naar huis.
Zaterdag was ik samen met S. naar mijn vader. Toen ik daar was, kreeg ik een appje dat D. sliep. In haar eigen bed. Al een uur lang. Wauw! Het lukt haar blijkbaar alleen als S. niet naast haar bed staat te dansen en ze een beetje blij haar bed in wordt gelegd. Op zich logisch, de omstandigheden moeten dus ideaal zijn, maar het valt vaak niet mee om de omstandigheden zo goed te maken.
We hadden ons best verheugd dat de kinderen weer naar de crèche zouden mogen, maar helaas, al direct die donderdag kan D. niet gaan, omdat ze volledig snotterend wakker wordt. Ze is hartstikke vrolijk, maar de regels zijn duidelijk en dus kan ze niet gaan. Ik baal enorm, maar dat verdwijnt als D. deze dag uitgekozen blijkt te hebben om haar allereerste stapje los te zetten! N. zet haar neer op haar voeten, vlakbij de stoel, en D. schuifelt één stapje richting de stoel, zet dan haar andere voet erbij, en dan is ze al bij de stoel. We zijn waanzinnig trots!
‘S. heeft een tekening gemaakt op de crèche’, zeg ik, en ik geef hem aan S. zodat ze ‘m ook aan N. kan laten zien.
‘Uh uh uh!’ roept D., en ze steekt haar vinger in de lucht. ‘Uhhhh!’ Ze staat op het punt om zich woedend op de grond te werpen.
‘Ze wil ook tekenen’, zeg ik. Enerzijds ben ik niet verbaasd, want D. is dol op kleuren, maar anderzijds blijft het bizar hoeveel D. begrijpt van wat wij zeggen en doen. Ik leg haar kleurplaat en haar krijtjes op tafel. Op haar knieën loopt ze er meteen razendsnel heen en begint te tekenen. Alles is weer goed.