We kijken de persconferentie. Er is een gebarentolk bij. D. wordt er helemaal opgewonden van, ze fladdert wild op N.’s schoot. Eindelijk iemand die op dezelfde wijze communiceert als zij!
Sinds de corona-crisis heeft D. niet meer in haar bed geslapen overdag, alleen steeds in de kinderwagen. God verhoedde dat het ooit nog een keer ’s middags regent…
D. blijkt tekenen het allerleukste te vinden wat er bestaat. Elke dag probeert ze zo veel mogelijk te wroeten in de lades met tekenspullen en alle potloden in het rond te gooien. Maar in tegenstelling tot S. wil ze ook echt met de potloden op een blaadje krassen. Voor haar verjaardag heeft ze potloden gehad waar je mee op het raam kunt tekenen, en dan schuifelt ze op haar knieën, met in beide handen een potlood, naar het raam om daar op te kleuren. Zo schattig. Iets minder schattig is dat ze vastbesloten is om te testen of ze onder het traphekje door kan. Het antwoord is ja, dus we moeten echt enorm goed opletten of ze ‘weer eng gaat doen’, zoals S. dat noemt. Ze gaat dan zitten en pakt de spijlen vast, doet haar benen onder het traphekje door, en leunt vervolgens naar achteren om er zo verder onderdoor te kunnen schuiven. Ook gooien met de cd’s, de kastjes overhoop halen en de tv uitzetten zijn favoriete activiteiten. En dan vragen mensen zich af waarom je niet thuis kunt werken en ondertussen op de kinderen kunt letten…