‘Ga je vandaag bij opa en oma spelen?’ vraag ik.
‘Jaaaa’, roept D. En daarna: ‘Uusj? Uusj?’
Oftewel: zus? Zus? Zo lief dat ze wil weten of S. ook mee komt!
We hebben bergen en bergen kerstkaarten gemaakt met z’n allen. D. heeft er ook gemaakt, ze heeft gekleurd en lintjes geplakt en stickers geplakt en met de glitterlijm gekwast. Bij de lintjes moest per se S. haar helpen (‘Uusj! Elpen!’), wat S. met alle liefde deed. De ene kerstkaart is wat mooier geworden dan de andere, maar dat geeft niks, het was een ontzettend leuk gezinsproject. We moeten echt proberen om wat vaker te knutselen, het is zo goed voor ze en ze vinden het echt leuk.
Nog voor ik D.’s mango in haar ontbijt kan snijden, grist ze het uit mijn handen. Ik: ‘Nou, veel plezier met je enorme stukken mango hè.’ Een volgend moment stikt D. zowat in haar mango, N. en ik springen direct op, klaar om in actie te komen. Gelukkig lukt het haar om het weer uit te hoesten. Opgelucht gaan N. en ik weer zitten. Vervolgens zegt D.: ‘Mmmm, lekker!’
Je merkt het wel hoor, dat D. het tweede kind is. Bij S. deden we echt nog ons best om haar gezond te eten te geven, en natuurlijk doen we dat bij D. ook wel, maar het hangt wel van uitzonderingen aan elkaar. Met Kerstmis mocht ze bijvoorbeeld hagelslag (‘wawa’), wat ze vervolgens de hele tijd wilde. Gelukkig vond ze ‘jaja’ (zuivelspread, eerder noemde ze dat nog ‘ead’, geen idee hoe ze geswitcht is naar ‘jaja’) ook nog wel een goede optie. En met Oud en Nieuw heeft ze gewoon een halve oliebol, 2 kwarkbollen en een halve appelbeignet gegeten. Dat mocht S. echt niet! Maar tegen S. konden we gewoon zeggen: ‘Dit is niet voor kindjes’, maar omdat S. nu wel wat meer mag, valt het anders echt niet uit te leggen.