Onder het avondeten had D. dit keer niet het toetjesbakje
met de aap maar die met Nijntje die met de bal speelt. Toen ze het op had,
gebaarde ze: ‘Waar? Aap?’ met die hoge apengeluidjes die ze daarbij maakt. ‘Ze
vraagt waar de aap is!’ zei S. ‘Je moet de aap laten zien!’
Ik liet de aap zien aan D. En we lieten haar zien dat zij het bakje met de bal
had gehad. Ze snapte er niets van, maar ik was vooral ontzettend trots op haar
dat ze, zo vlak na een koortsstuip en slechts 14 maanden oud, al zo gericht een
vraag had kunnen stellen.
D. is een schatje hoor, maar je kunt haar tegenwoordig geen seconde meer alleen laten. Want dan loopt ze (op haar knieën) pijlsnel naar de bank, klimt erop en werpt zich ofwel over de leuning ofwel achterover. Ik heb haar al echt bij haar enkels moeten grijpen om te voorkomen dat ze ervan af kukelde. Dat gaat echt een keer mis gaan. Het is een fase, het is een fase, ik hoop een heel kortdurende fase…
Als ik beneden kom, zit D. achter de bank een boek te lezen. Ze kijkt naar de plaatjes, en gebaart dan steeds het dier dat ze daar ziet. Een koe, een poes, een hond. Ondertussen staat er een cd op. Het liedje ‘Slaap kindje slaap’ komt, en D. begint te dansen. Op haar knieën wiegt ze heen en weer, terwijl ze ‘slapen’ gebaart. Dat is toch wel een van de schattigste dingen die ik ooit heb gezien.