Samen met S. ging D. op de nestschommel. Het zag er zó schattig uit, ze hadden elkaars handen vast en keken zo heel gelukkig naar elkaar. Alleen toen wilde S. eraf. D. zei: ‘Nee!’ en greep de hand van S. weer, zo van: hier blijven jij! Maar S. wilde er echt af, dus die probeerde van de schommel af te komen, terwijl D. haar vastklampte. Toen zei S. dat ze dan toch nog wel wilde, maar D. bleef huilen dus dat leek ons geen goed plan, waarop S. óók ging huilen en de hele idylle wreed verstoord was. Uiteindelijk hebben we de kinderen maar onder de arm mee naar huis genomen…
‘Ik ben even naar de wc’, zegt N. Het is tijd voor de lunch, ik ben bezig met couscous warm maken en wat dingen op tafel zetten. D. staat bij de box. Ik draai me om om de rucola te pakken, als ik ineens een doffe ‘Boink!’ hoor. En daarna hard gehuil van D.
Ik ren naar de bank, maar ik zie haar niet. S. zit wel op de bank, die zat met haar hoofd onder de deken te spelen dat ze in een tent zat. ‘Waar is D.? Waar is D.?’ vraag ik. S. weet het niet. Ik ga naar de andere kant van de bank, en daar komt D. op me af lopen. Ze huilt enorm hard. De dag die je wist dat zou komen is dus eindelijk hier, ze heeft zichzelf hoogstwaarschijnlijk over de rugleuning gelanceerd. Niemand die het heeft zien gebeuren. Duizend keer hebben we haar gewaarschuwd, duizend keer op het laatste moment haar gegrepen… We wisten dat het ooit zou gebeuren. Maar we schrikken toch. Ik til D. op, het bloed stroomt uit haar neus. Nicole komt ook gauw, we proberen het te koelen met washandjes en hydrofieldoeken maar dat wil D. allemaal niet. Ze bloedt uit twee neusgaten en ik raak wat in paniek, zie al helemaal voor me hoe ze naar het ziekenhuis moet en hoe ellendig dat allemaal zal zijn. Koortsstuip-/intensive care-flashbacks. Maar uiteindelijk lukt het om D. wat te kalmeren door haar een boterham te geven. Haar neus wordt wat dik en blauw, er zit een gekke horizontale streep op en ik bel toch maar de huisarts omdat dat het protocol is bij vallen hoger dan een meter. Maar gelukkig hoeven we niet langs te komen en verwacht de assistente niet dat er iets bijzonders is. Ondertussen heeft D. de tijd van haar leven want ze krijgt ineens alle belegjes die ze maar wil, zelfs als de boterham nog niet op is. Het gaan slapen lukt ’s middags niet zo goed, toch wat neus- en hoofdpijn denk ik, maar de volgende dag merk je eigenlijk al niets meer van haar. Integendeel, dan valt ze zo van S.’s bed af… Ze heeft er dus helaas nog niets van geleerd!