S., heel langzaam en zorgvuldig: ‘Ik spreek nu Brabants. Dan zeg je: verrrrkeerrrd en raarrrr.’ Toen ik daarna voor de gein wat Brabants tegen haar begon te praten, zo goed en kwaad als ik dat kan, werd ze nijdig: ‘Nee, zo wil ik het niet. Ik wil alleen zo met de rrr.’ S. beschouwt de standaardtaal als Brabants, geloof ik.
S. doet nog steeds goed haar best met zwemles, maar moeilijk vindt ze het wel. Vooral het in het water springen en met je hoofd onder water gaan en zo. Eerst zei ze heel opgetogen: ‘Ik wil mijn A halen! En mijn B, en C. En D! En F en G!’ En daarna: ‘O gelukkig, de glijbaan staat helemaal daar, dan hoef ik daar niet vanaf.’
Op mijn verjaardag gingen we naar het openluchttheater, waar Jeroen Schipper een concert hield. S. vond het zo ontzettend leuk! Zodra ze een liedje kende, zong ze luidkeels mee, en als ze een liedje nog niet kende, dan leerde ze het heel snel en zong dan ook mee. Ze deed mee met de dansjes en stak haar vinger op als hij een vraag stelde. Alleen op het podium, dat wilde ze niet, maar dat hoeft natuurlijk ook helemaal niet. Het was zo leuk om haar zo blij te zien, en ik werd zelf ook heel blij van alle liedjes dus het was gewoon echt heel leuk. Al veel te snel kondigde hij het laatste nummer aan, en toen dat niet Banaan bleek te zijn, keek S. wel heel erg sip, maar gelukkig lukte het haar om haar eroverheen te zetten. Na afloop wilde ik de cd wel kopen, mits Banaan erop stond, dus ik vroeg dat aan hem. Banaan stond erop, verzekerde hij me. Ik zei: ‘Ja want mijn dochter vond het zo jammer dat jullie die niet speelden.’ En voor ik het wist, zei hij: ‘Hé Hendrik, zullen we Banaan nog even spelen?’ Een hoop mensen waren al weg, dus die hadden enorme pech, maar wij hadden heel veel geluk en swingden nog even op Banaan!
‘Mama, wat is Pinksteren?’ vraagt S. bij het ontbijt. Het is nog niet eens zeven uur ’s ochtends. Ik probeer uit te leggen wat de Heilige Geest is en vertel over de apostelen en dat ze mensen over Jezus gingen vertellen. Het hele aspect over dat iedereen hen kon verstaan was ik even vergeten, dat vulde N. later nog aan. Op school leren ze er niets over (wel over Holi en het Suikerfeest…) dus die religieuze opvoeding komt echt op ons neer.
S. heeft het zo ontzettend naar haar zin gehad in de Efteling. We waren een heel weekeinde weg, in een huisje in Bosrijk, met mijn familie. S. vond eigenlijk alles leuk, maar toch vooral Max & Moritz. In totaal is ze er 4x in geweest. ‘Als ik één dag zou gaan, zou ik er ook 4x in willen!’ zei ze. O, zo blij als ze steeds die wachtrij in huppelde! We boften ook echt wel, want Max & Moritz ligt dicht bij de ingang en we mochten een halfuur eerder het park in, dus dat was superhandig. S. heeft ook wel de perfecte Efteling-leeftijd nu, want het Sprookjesbos vindt ze ook nog steeds heel erg leuk. Alleen Fata Morgana vond ze afschuwelijk, ze was zo bang en moest bijna huilen. In Bosrijk is Klaas Vaak een ding en we boften, want net toen we het park in liepen om even de tassen te pakken omdat we naar huis moesten, kwam Klaas Vaak nog even de kinderen welterusten wensen en een verhaal vertellen. Het was echt heel leuk gedaan. Zoete de Zandkabouter was er ook, en zowel S. als D. luisterden en keken ademloos. Ze hadden ook slaapmutsen, en hoe warm het ook was, S. sliep toch met haar slaapmuts op. In een stapelbed, ik heb onder in dat stapelbed doodsangsten uitgestaan dat ze eruit zou vallen, maar gelukkig heeft ze alleen haar hoofd gestoten…
S.: ‘Klaas Vaak en Sinterklaas bestaan echt. Dat zijn geen verklede mensen.’