S. 3 jaar en 5 maanden

      Reacties uitgeschakeld voor S. 3 jaar en 5 maanden

D. valt in N.’s armen in slaap, maar als ze haar in bed legt, krijst ze oorverdovend. Dus zet N. een babymuziekje aan.
S. vanuit haar kamer, elke tien seconden, stomverbaasd: ‘Lijkt wel een muziekje!’
Na een paar minuten is N. toch maar even gaan zeggen dat het inderdaad een muziekje was…

S. vanuit haar bed: ‘Mijn neus is verstopt!’
Ik geef haar een wc-papiertje om haar neus mee te snuiten. Omdat het inmiddels al na zessen is, besluit ik om maar op te staan zodat ik in alle rust alvast kan werken.
Maar nee, S. begint weer te roepen: ‘Ik wil een groter pakiertje!’
Ik breng haar twee wc-papiertjes en ga weer naar beneden.
‘Een groter pakiertje!!!’
Ik geef haar een zakdoekje en zeg dat ze nu echt nog even moet slapen.
‘Een groter pakiertje!!!!!!!’ gilt ze, inmiddels helemaal overstuur.
Ik breng haar vier wc-papiertjes, een beetje gefrustreerd inmiddels. N. is er inmiddels ook wakker van geworden en ook al een keer naar S. gegaan. Ze zegt nijdig tegen S.: ‘Ik heb net toch de deur op een groter kiertje gezet?’
O ja. Een groter pakiertje, dat betekent helemaal niet een groter papiertje, maar de deur ‘op een groter kiertje’. Ze wilde helemaal geen zakdoekjes, ze wilde gewoon de deur wat wijder open…
De dag is weer begonnen.

D. 1 jaar en 2 maanden

      Reacties uitgeschakeld voor D. 1 jaar en 2 maanden

We hebben vreselijk getwijfeld, maar uiteindelijk toch besloten om de vaccinaties te geven. Het consultatiebureau raadde het in eerste instantie aan via een algemene brief, toen raadde ze het af toen ze N. belden (vanwege de corona-crisis wilden ze het consult zo veel mogelijk telefonisch laten plaatsvinden, maar N. heeft vooral over de koortsstuip kunnen vertellen), en vervolgens raadde het ziekenhuis het aan toen we met hen een telefonische afspraak hadden. We raakten totaal in de war en hadden het idee te moeten kiezen tussen opnieuw een gang naar de intensive care (en dat daar dan geen plaats zou zijn) of meningokokken. Meningokokken is supereng, en we proberen het ziekenhuis te vertrouwen, vandaar dat de prikken er nu in zitten. En toen konden we niet meer terug en konden we alleen nog afwachten en hopen dat ze niet opnieuw een koortsstuip zou krijgen.

En een week later… had ze opnieuw een koortsstuip. We herkenden het dit keer juist supersnel. Ze viel/gleed om, N. pakte haar op, ik zag dat ze weer scheef keek, zei: ‘D.? D.? Ze heeft een stuip.’ en rende weg om 112 te bellen. ‘De neusspray!’ riep N., en ik ging de neusspray halen. Waarom is het altijd zo dat N. het kind heeft en dat ik 112 moet bellen? Toeval zeker. Ik liet me weer instrueren door de 112-medewerker, zette alvast uit mezelf de voordeur open, zorgde ervoor dat S. wist dat ze even buiten mocht spelen, zo geroutineerd gaat het al. N. gaf de neusspray en D. reageerde daar eigenlijk direct op, ze begon wat te jammeren en daarna oorverdovend te huilen, op exact dezelfde wijze als S. dat deed toen zij uit haar koortsstuip kwam. De ambulance was er harstikke snel weer, veel sneller dan ik had verwacht. De ambulancemedewerkers waren wederom aardig, lieten me de thermometer halen en de paracetamol en de id-kaart, dus ik draafde op en neer de trap op. Ze kwamen tot de conclusie dat ze niet mee hoefde naar het ziekenhuis, dat was fijn. En dat we er zo rustig uitzagen, vonden ze. Ik wist weer eens totaal niet hoe ik me voelde. Hoofdpijnerig. Ik vond het zo zielig dat D. zo overstuur was, en zielig voor S. dat ze dit nu weer moest meemaken. Maar ja, het is niet anders, en we hebben in elk geval snel en goed gehandeld. Hadden we toch de vaccinatie uit moeten stellen? Ik weet het niet. Ik hoop vooral dat het hierbij blijft.

S. 3 jaar en 4 maanden

      Reacties uitgeschakeld voor S. 3 jaar en 4 maanden

Gisteren hebben N. en S. ‘straatbingo’ gedaan. Kaarten gemaakt met wat ze moesten zoeken, een vlinder, een scooter enzovoorts, en vervolgens op straat naar alles gezocht. Alleen de hoed had S. niet gevonden. Zo’n leuk idee, S. vond het echt heel leuk. Trots op N. dat ze in deze moeilijke tijden nog de creativiteit heeft om zoiets te bedenken.
S. en ik zijn gewoon naar de speeltuin geweest, dat kan natuurlijk ook. Ze haalde me over om van de glijbaan te gaan. Bij ‘onze speeltuin’ doe ik dat zo vaak, geen probleem, maar we waren nu bij een andere, met een hogere glijbaan. Ik dacht: nou vooruit dan, suisde toen kei hard naar beneden, en struikelde/viel een heel eind verder kei hard op m’n knie. Ik moest echt even zitten, wat diepe indruk op S. maakte. ‘Deze glijbaan is alleen voor kinderen’, moest ik concluderen. En daarna ging ik heel vaak kijken hoe hard S. wel niet van de glijbaan ging.

Een week later. Toch nog even getest of je ook heel langzaam van de glijbaan kan gaan. Dat kon!

We gingen met de auto rijden. Zodat de auto het blijft doen. En zodat D. kon slapen, want die slaapt tegenwoordig overdag niet meer in haar bed (voor zover ze dat al ooit gedaan heeft). S. mocht ook mee, die kan dan mooi rustig een cd’tje luisteren. Van de Efteling dit keer, omdat ze vlak daarvoor in de woonkamer de Efteling had nagebouwd (een mooi, maar ook wat verdrietig project in deze situatie). We reden over de snelweg langs het water, waar geen enkel bootje te zien was, en daarna waren we alweer vrij snel terug in de stad, en reed ik nog even een rondje langs huizen zodat S. kon kijken of er nog ergens beren te zien waren. We reden ook langs de crèche. ‘Lieve kindjes, wij missen jullie’ stond er in grote letters op het raam. Zo ontroerend. S. vond het ook heel indrukwekkend, dus we reden gewoon nog een extra rondje. De volgende dag was ze verdrietig, ze wilde weer met M. spelen op de crèche, en niet steeds binnen zitten. Het valt ook voor haar allemaal echt niet mee. Of juist voor haar, moet ik misschien zeggen. Nu ik enigszins een ritme heb gevonden met m’n werk en het schuldgevoel dat ik veel te weinig uren maak heb losgelaten, vind ik het namelijk stiekem ook ontzettend fijn om wat meer bij de kinderen te zijn…

D. 1 jaar en 1 maand

      Reacties uitgeschakeld voor D. 1 jaar en 1 maand

We kijken de persconferentie. Er is een gebarentolk bij. D. wordt er helemaal opgewonden van, ze fladdert wild op N.’s schoot. Eindelijk iemand die op dezelfde wijze communiceert als zij!

Sinds de corona-crisis heeft D. niet meer in haar bed geslapen overdag, alleen steeds in de kinderwagen. God verhoedde dat het ooit nog een keer ’s middags regent…

D. blijkt tekenen het allerleukste te vinden wat er bestaat. Elke dag probeert ze zo veel mogelijk te wroeten in de lades met tekenspullen en alle potloden in het rond te gooien. Maar in tegenstelling tot S. wil ze ook echt met de potloden op een blaadje krassen. Voor haar verjaardag heeft ze potloden gehad waar je mee op het raam kunt tekenen, en dan schuifelt ze op haar knieën, met in beide handen een potlood, naar het raam om daar op te kleuren. Zo schattig. Iets minder schattig is dat ze vastbesloten is om te testen of ze onder het traphekje door kan. Het antwoord is ja, dus we moeten echt enorm goed opletten of ze ‘weer eng gaat doen’, zoals S. dat noemt. Ze gaat dan zitten en pakt de spijlen vast, doet haar benen onder het traphekje door, en leunt vervolgens naar achteren om er zo verder onderdoor te kunnen schuiven. Ook gooien met de cd’s, de kastjes overhoop halen en de tv uitzetten zijn favoriete activiteiten. En dan vragen mensen zich af waarom je niet thuis kunt werken en ondertussen op de kinderen kunt letten…

S. 3 jaar en 4 maanden

      Reacties uitgeschakeld voor S. 3 jaar en 4 maanden

Het land is op slot. Het voelt zo onwerkelijk, wie had een paar weken geleden gedacht dat dit écht zou gebeuren? Natuurlijk is S. weer ontzettend aan het hoesten, dus die mag officieel niet eens naar buiten toe, terwijl het net heel erg lekker weer geworden is. Ze pakt het tot nu toe goed op, maar het is een vreemde situatie. Dat het verjaardagsfeestje van haar oma niet doorging, vond ze wel erg jammer. Facetimen is leuk, maar het haalt het toch niet bij elkaar echt zien. Momenteel ben ik de enige die niet verkouden is, dus de enige die boodschappen mag doen. Wat zijn N. en ik blij dat we een paar weken terug al groot hadden ingeslagen, voor het geval dat. Er staat een tas met extra brood, zakdoekjes en pasta op zolder, dus daar hoeven we in elk geval niet in paniek over te zijn. Voor N. is het heel zwaar, die is er natuurlijk helemaal niet aan gewend dat wij allemaal de hele tijd thuis zijn. En we zijn natuurlijk bang om corona te hebben of te krijgen, en vooral om het dan vervolgens door te geven aan mensen die er veel zieker van worden. Het is heel verdrietig dat ik nu niet naar mijn oma kan, die precies in deze tijd gevallen is en erg veel pijn heeft aan haar benen. S. en D. hebben samen wel een mooie tekening voor haar  gemaakt. En toen ik haar belde, wilde S. ‘Hallo’ zeggen en: ‘Ik vind het zielig voor je dat je nu zo loopt.’ Ze deed na hoe mijn moeder na had gedaan dat omi liep, heel langzaam en gebogen.

Ik kan me nog niet voorstellen hoe het gaat zijn als het langer duurt, we doen het maar dag voor dag. In elk geval vond S. het ontzettend leuk om thuis te peutergymmen. Matras naar beneden, tunnel onder de tafel, een parcourtje van de regenboog, N. had alles uitgezet. En we deden het openingsdansje en na afloop bellenblazen. Elke dag wil S. nu weten of het alweer zaterdag is.

D. 1 jaar en 1 maand

      Reacties uitgeschakeld voor D. 1 jaar en 1 maand

D. vindt het verschrikkelijk in het ziekenhuis. Ze is echt heel zielig, wil niet spelen, niet slapen, niet eten, niks, alleen wat klagelijk jammeren. N. bingewatchet TikTak met haar, sust haar in slaap, geeft haar extra borstvoeding. Ik race heen en weer tussen het ziekenhuis en thuis. Er zijn heel veel medische personeelsleden en op een gegeven moment haal ik ze allemaal door elkaar. S. speelt in de Ronald MacDonald-huiskamer en krijgt bij de lunch een smoothie, we proberen het voor haar zo fijn mogelijk te maken. Voor D. is daar geen beginnen aan. Iemand kijkt mee met het eten, prompt eet ze wel wat stukjes brood zonder zo gek te hoesten en kokhalzen wat ze daarvoor (en daarna…) steeds doet. Dus mogen we naar huis. Dat is aan de ene kant natuurlijk hartstikke goed nieuws en aan de andere kant ook beangstigend. Wat als het weer mis gaat, wat als het toch niet goed gaat met haar? Maar gelukkig krabbelt ze steeds verder op. Ze vindt het fijn om thuis te zijn, ook al is ze nog steeds heel erg moe en heeft ze last van haar keel (van het beademingsbuisje, bedenk ik, al hebben de verpleegkundigen die optie niet genoemd). Ze begint weer wat te spelen, te lachen. En nog een dag later alweer wat meer, en nog een dag later begint ze ook weer te boeven als vanouds. De angst dat het weer terugkomt blijft. Ik zal zo blij zijn als beide kinderen zes jaar zijn. En ik hoop dat ze geen epilepsie ontwikkelen. Daar is bij een atypische koortsstuip meer kans op, maar wat zegt dat? Niks. We moeten gewoon afwachten. 112 bellen als het weer mis gaat. Heel veel van onze kinderen houden.

Een paar dagen later bel ik nog de huisartsenpost, omdat D. toch weer twee keer heeft overgegeven. Daar vinden ze het goed dat ik bel, maar denken ze ook dat er geen reden tot zorg is. Waarschijnlijk heeft ze inderdaad last van de ‘tube’ die ze gehad heeft. Daar vertrouwen we dan maar op. Nu met het coronavirus maakt met name N. zich nog extra zorgen over of het nog een keer gebeurt. En dat er dan geen bedden zullen zijn op de intensive care en ze niet geholpen kan worden. Dat is inderdaad een eng idee. Verder is D. ineens als een malle aan het gebaren. In het ziekenhuis deed ze ineens al ‘aap’, maar ze kan ook paard, varken, krokodil, vogel, de hele dierentuin/boerderij doet ze. Allemaal door de boekjes die we met haar lezen, dat vindt ze ineens hartstikke leuk. ‘Waar is Dribbel’ is de grote favoriet.

S. 3 jaar en 3 maanden

      Reacties uitgeschakeld voor S. 3 jaar en 3 maanden

Er zit een kauw met een lamme vleugel bij het winkelcentrum. Ik wijs hem aan en zegt tegen S: ‘Dat is wel zielig hè, dat ‘ie nu niet kan vliegen?’
‘Ja’, zegt S. ‘Misschien kan die andere kauw hem dragen!’

S. kan toch zo lief spelen met het Duplo-huis of met het huisje bij mijn moeder. Dan hoor je zinnen als: ‘Lalu, Roepie, komen jullie spelen?’ ‘Ja, zeiden ze.’ En: ‘Samen gingen ze op weg.’ Alsof ze een boek voorleest.

Ik ben echt de trotste moeder ooit. Want S. is ineens zindelijk. En dat terwijl D. in het ziekenhuis belandde en S. dus ineens wakker werd in een huis zonder moeders, maar met een oma. En dat terwijl N. en D. ook de twee nachten daarna er niet waren en alles ineens anders en raar was. S. heeft dat zó goed gedaan. Ze is mijn Mevrouwtje Onderbroek. Ze heeft het sowieso ontzettend goed gedaan toen N. en D. er niet waren. We hebben samen op het magneetbord het ziekenhuis getekend met het plaatje van de Panda erbij, omdat D. op de Panda-afdeling lag, en ze wilde doen dat ik haar naar haar Rupsje Nooitgenoeg-plaat bewoog en dat ik dan zei van: ‘Ennn… een bloem! Ennn… een vlinder!’ Dat spelletje doet N. altijd met D. als we S. in bed leggen, maar ja, die waren er nu niet, dus hadden we het zo opgelost. Zo dubbel om ‘Met z’n allen met z’n allen met z’n allen in de rij’ te dansen, een liedje van het Zandkasteel, terwijl een stad verder je dochter in het ziekenhuis ligt. Enerzijds was S. gewoon vrolijk, en dan ineens merkte ik dat ze N. en D. erg misten. Dat ze op de fiets ineens vroeg: ‘En hoe gaat het nu met D.? Trekt ze nog steeds alle snoeren los?’ En dat ze op donderdag zei: ‘Als D. niet naar de crèche gaat, ga ik ook niet!’ Maar ze ging wel. Wat een week, ook voor haar.

D. 1 jaar

      Reacties uitgeschakeld voor D. 1 jaar

‘M., kun jij even komen kijken?’
N. heeft D. net in bed gelegd. D. is al heel de dag hangerig en jengelig. Ze heeft al diverse keren gespuugd, ook tijdens het avondeten, en daarom legt N. haar vast in bed. Maar nu lijkt ze te rillen en langs ons heen te kijken. We halen haar uit bed en overwegen de huisartsenpost te bellen, maar wat als ze het gewoon koud heeft of geschrokken is omdat ze ineens in een ander kamertje ligt? We hebben namelijk net het bedje verzet van onze kamer naar D.s (toekomstige) kamer. Eerst meet ik nog haar temperatuur, ze heeft inderdaad koorts. Terwijl ik dat doe, begint ze raar omhoog te kijken. Ze lijkt niet echt alert, en ze probeert te spugen, maar het lukt haar niet. Ik bel de huisartsenpost, raak in paniek door het keuzemenu, bel nog eens, ben beller nummer 4 en bel dan 112, die het toch weer over een koortsstuip heeft. Oké, een koortsstuip, dat kennen we van S., maar dit ziet er minder eng uit, dus ik ben eigenlijk alweer een beetje gekalmeerd. We laten de ambulancebroeders binnen, die dragen D. naar het matras naast S.’s bed (o, hadden we dat bedje nou maar niet verplaatst!) en beginnen hun koortsstuipenprotocol te volgen. Ik sta daar met S. naar te kijken, zie D. stuipen, bedenk dat dat niet handig is en stel voor haar een boek voor te lezen. Dat is het raarste voorlezen dat ik ooit gedaan heb, zo surreëel. Maar S. laat zich graag afleiden. Ondertussen wordt duidelijk dat N. en D. naar het ziekenhuis gaan, want D. komt nog niet uit haar stuip. Dan is het ineens toch wel heel lastig om twee kinderen te hebben, want ik blijf dus achter met S.. Ik leg haar in bed, ruim wat op en zet de vaatwasser aan en facetime ondertussen met mijn moeder. N. belt en zegt dat het nog steeds niet goed gaat, dat ze misschien naar het WKZ moet en dat er nu ook een neuroloog en anesthesist bij zijn. Mijn moeder springt in de auto en ik app wat mensen, maar iedereen kijkt Wie is de Mol dus niemand antwoordt. Zo frustrerend, zo alleen, zo in shock. Ik begrijp ineens niet meer waarom ik niet ook bij D. ben, maar N. belt weer, en tante A. wil mij wel halen, en ik regel dat de buurvrouw even op S. past tot m’n moeder er is. We moeten wachten wachten wachten en dan mogen we naar de operatiekamer en daar ligt D., helemaal stil aan de beademing, het ziet er zo niet-D.achtig uit. Dat we haar een kus moeten geven, ik zie daar de zin niet van in, want dat D. daar niets van merkt, lijkt me overduidelijk, dat is D. niet en ik wil D. terug. N. en ik worden door tante A. naar huis gebracht, pakken meer spullen in en rijden naar het WKZ. Heel lang wachten daar tot we naar de intensive care mogen, waar D. inmiddels scans gehad heeft en een ruggenprik. Waar allemaal gelukkig niets uit komt, is de eerste indruk. Ik ga toch even slapen in de ouderkamer, N. daarna. Verder zitten wij D.s bed, uitgeput, bezorgd. D. ligt stil, soms wordt ze wat wakkerder omdat ze de medicatie verlagen, maar té wakker is nog niet de bedoeling, want dan trekt ze de beademing eruit en dat mag nog niet. Pas als het ochtend is en de ochtenddiensten beginnen. Het gaat gelukkig goed, ze ademt weer zelf, dat is een hele opluchting. De dokter zegt dat het toch een koortsstuip is, dat ze daar nu vanuit gaan, maar dan een ernstige waar ze niet zelf uit kwam. Ik voel me opgelucht. De gedachte aan S. die ’s ochtends wakker wordt en dat wij er dan niet zijn doet me huilen. D. is als een jong veulen dat op probeert te staan en steeds door z’n hoeven zakt, haar armen werken niet mee en ze wil toch heel graag op haar knieën zitten en staan. Ze mag van de intensive care, en ik haal S. en m’n moeder op. Maar eenmaal daar is D. vooral heel erg overstuur, dus dat is heel zielig en vervelend. Ze spuugt weer, en ik rijd met een bezwaard gemoed weg, want ik moet voor S. zorgen. Er kan maar één iemand bij D. blijven, en dat is nu eenmaal degene die borstvoeding geeft. Ik weet niet welke plaats beter is. Ik wil overal tegelijk zijn. Ik wil dat iedereen gewoon hier is.

D. 1 jaar

      Reacties uitgeschakeld voor D. 1 jaar

D. is wel echt een enorme boef. Natuurlijk, elke dreumes probeert dingen uit, maar D. kruipt voortdurend op de zoldertrap, kleppert met de dvd-speler, en kruipt zo uit de Tripptrapp op tafel. Dat kan natuurlijk niet, we moeten wel even op kunnen staan onder het eten zonder dat zij haar kans grijpt om op tafel te klimmen, dus hebben we het tuigje gemonteerd. N. voorspelt dat we later zo’n ding aan onze pols nodig hebben als D. leert lopen. Ik mag hopen dat die voorspelling niet uitkomt, maar als het zo is, gaan we dat zeker gebruiken.

Verder is D. vooral ook ontzettend lief en vrolijk. Ze gebaart echt de hele dag, al weten we meestal niet wat precies. ‘Boek’ is het duidelijkst, dat gebaart ze bij het naar bed gaan, en ‘konijn’ bij Nijntje. Ook zegt ze als je haar in haar stoel zet: ‘Uuuh’ en gebaart ze gieter, als opmaat voor ‘De plantjes geven water, de visjes krijgen voer’, wat we altijd zingen voordat we gaan eten.
Voor zulke kinderen leer je gebaren, want afgezien van een sporadisch ‘Mama’ (als ze niet uit bed gehaald wordt) zegt ze nog niets.

S. 3 jaar, 2 maanden

      Reacties uitgeschakeld voor S. 3 jaar, 2 maanden

Met Peutergym gingen we tennissen. Van vorig jaar herinnerde ik me nog dat S. dat heel leuk vond. En ook dit jaar vond ze het weer een fantastische oefening om met een pittenzakje op een tennisracket rond te lopen. Meester B. zei dat het een pannenkoek was die niet op de grond wilde vallen. En wie het wilde proberen. S. stak keurig haar vinger op (waar heeft ze dat nou weer geleerd?) en meester B. overhandigde haar het racket. Iedereen was binnen een minuut de pittenzakjes van het racket af aan het gooien, maar S. niet, die liep geconcentreerd rond met haar pannenkoek. Ook toen het wél de bedoeling was om ‘m eraf te gooien, bleef ze ermee rondlopen. Pas toen ik zei dat mijn handen het bord waren en dat ze de pannenkoek naar me toe moest gooien, deed ze het. En daarna deden we alsof we de pannenkoek op gingen eten.
Ik weet niet of zij nu toevallig een grote voorliefde heeft voor rollenspellen, of dat wij dat (onbewust) enorm stimuleren, maar schattig is het wel.

‘S., gaat het goed?’ vraag ik. S. zit op de wc.
Het is even stil en dan hoor ik: ‘Ik kan er niet meer uit.’
Ik kijk naar het slot, dat inderdaad dicht zit. Normaal doet ze nooit de deur op slot, maar laatst had ze er wat vragen over, en heb ik haar laten zien hoe het werkt met de kleurtjes. Ik had er geen rekening mee gehouden dat ze dat nu zelf zou willen proberen, maar eigenlijk is dat natuurlijk heel logisch.
‘Dan moet je het slot weer opendoen’, zeg ik.
‘Nee, jij moet de deur opendoen’, zegt S..
‘Oké, wacht even’, zeg ik. En ik haal een mes en doe het slot open.
S. stapt naar buiten, met een verhaal over het lichtknopje. Het heeft kennelijk niet veel indruk gemaakt, dat opgesloten zitten. Ze had er het volste vertrouwen in dat ik haar zou bevrijden. Wauw. Ik ben blij dat het slot zo gemakkelijk met het mes was open te krijgen, want anders had ze toch mooi een ander beeld van mij gekregen…

We lezen sinds kort D. voor nadat we S. op bed hebben gelegd, maar dit keer heb ik ‘Rupsje Nooitgenoeg’ voorgelezen en dat is voor hen allebei geschikt.
S.: ‘En gaan jullie dit boek zo aan D. voorlezen?’
Wij: ‘Uh nee, dit boekje was ook voor D..’
S. kijkt sip.
Ik: ‘Hey S., even een vraagje. Luister jij altijd vanuit je bed mee, als wij D. voorlezen?’
En ja, dat blijkt precies het geval te zijn.