Op haar magnetisch tekenbordje had ik al wel eens haar naam geschreven, en ze vindt het hartstikke interessant dat haar naam op haar bestek staat, dus we wisten al wel dat ze letters leuk vindt. Maar toch moesten we een aantal keren vragen wat ze zei voordat we het begrepen: ‘Dit is mijn letter!’ We waren in de Blokker, ze wees naar een woord op het wasrek en herhaalde het nog maar eens: ‘S is mijn letter!’ En ja, ze wees inderdaad de S aan. ‘Waar is de S nog meer?’ vroeg N. en warempel, ze wees een andere S aan.
Ik vind haar werkelijk geniaal. Al hoop ik wel dat het voorlopig hierbij blijft, anders heeft ze niets meer te doen op de basisschool. (Dat ze nog niet zelf de trap op kan lopen terwijl er kinderen zijn van anderhalf die dat al wel doen, mag de pret niet drukken).
Want we hebben haar alvast ingeschreven op een basisschool. We zijn enige tijd geleden bij twee wezen kijken, één openbare en één katholieke. Bij de openbare doen ze aan ‘circuitonderwijs’ en hoorden we van de directeur allerlei ronkende verhalen over de individuele ontwikkeling van elk kind en positieve benaderingen (PBIS – Positive behaviour blabla). Bij de katholieke kregen we gewoon een rondleiding van de teamleider langs elke klas en zagen we veel van de dingen die bij de openbare zo werden opgehemeld terug, maar dan zonder die ronkende verhalen. Bij beide durfden we de vraag te stellen of er ook andere kindjes met twee moeders op zaten, en bij beide bleek dat zo te zijn. Ik snap niet waar die moeders zijn, ik heb er nog nooit een gezien, maar ja, ze lopen natuurlijk ook niet met een bordje om hun nek: ‘Hij heeft ook nog een andere moeder’, of ‘Wij zijn lesbsiche moeders’, dus dat zegt natuurlijk niets. Wel een fijn idee dat S. niet de eerste met twee moeders gaat zijn, dat de weg al enigszins vrij gebaand is en dat in elk geval de schoolleiding er geen probleem van maakt.