D.: ‘Is het al ochtend?’
Ja, het is ochtend. Dus mag ze bij ons in bed komen liggen.
‘Mama, is het al ochtend?’ vraagt ze na een tijdje aan N. En ja, het is ochtend en N. biedt aan dat ze samen opstaan.
‘Is het voor mama M. al ochtend?’ is haar antwoord. Blijkbaar betekent voor D. ochtend en opstaan exact hetzelfde.
Ik mag een kijkje in de klas nemen bij S. En D. mag ook mee. Ik heb haar laatst ingeschreven, dus ze mag best een keer komen kijken, zo kunnen we dat combineren. Het is hartstikke leuk om eens te zien hoe ze de dag opstarten, en hoe ze dat doen in de kring. Diep respect voor hoe de juf zowel de boel in bedwang houdt (‘Even stil N.!’ ‘Dit is mijn laatste waarschuwing, O.!’) als een programma in hoog tempo doorloopt. Bespreken wat ze die dag gaan doen, de dagen van de week, hulpje kiezen, nog een spelletje dat met het thema herfst te maken heeft… ongelooflijk. D. vindt het allemaal fantastisch. S. geeft ons eerst een rondleiding en daarna spelen ze even samen met de nopper. In de kring zit D. naast S. en doet ze enthousiast mee. Ze steekt voortdurend haar vinger op en doet supergoed mee met het spelletje waarbij ze moet rollen als een pompoen, moet wuiven als een boom en vallen als een eikel. S. is hulpje en mag als eerst kiezen. Ze kiest voor de ontdekhoek en D. en ik lopen achter haar aan. Ik dacht, nu gaan we naar huis, maar D. wil ook in de ontdekhoek. En ik krijg haar gewoon niet meer mee naar huis, ze laat zich op de grond vallen en roept dat ze wil blijven. Ineens toch weer de tweejarige in plaats van de vierjarige… De juf zegt dat ze nog een andere keer ook mag komen en S. legt haar geduldig uit dat ze als ze vier is elke dag naar school mag en dat helpt, ze komt mee. Maar op de fiets hoor ik haar voortdurend ongelukkig mopperen dat ze wilde blijven. O, ze moet nog meer dan een jaar wachten, maar eigenlijk is ze er nu al klaar voor!
S. mag naar het feestje van R. D. vindt het zó oneerlijk. S. vindt het nog hartstikke spannend ook, die zou het liefst niet gaan, maar D. wil ook naar het feestje. Als S. gebracht wordt, doet ze gewoon haar schoenen aan en begint ze keihard te huilen. Ze pakt haar jas en probeert die ook aan te trekken, maar omdat ze zo boos is, lukt dat niet goed. Een totale inzinking heeft ze: ‘Ik wil ook naar R.’s feestje!’ Zo lastig als je pas 2 bent en je wil zo graag groot zijn! Ik neem haar maar even mee naar de speeltuin, kan ze lekker even schommelen.
D. hoest. In eerste instantie alleen/vooral ’s nachts, nu ook overdag. De nacht van vrijdag op zaterdag hoorde ik haar ook hoesten, zo erg dat ik maar eens een glaasje water voor haar ging halen. Maar toen ik vroeg of ze wilde drinken, reageerde ze niet. Ik deed de lamp aan en zag dat ze gespuugd had, probeerde haar wakker te maken maar dat lukte eigenlijk niet. Dus toen maakte ik N. maar wakker met dat ik niet wist of ze een koortsstuip had. N. kwam en toen reageerde ze wel een beetje, maar ze zei maar niets dus helemaal gerust waren we er ook niet op. We namen haar koorts op, die was 37,6 en N. belde toen toch maar de huisartsenpost. Terwijl ze dat deed begon D. nog veel meer over te geven, gewoon slijm was het. Het bleef onduidelijk of ze nu echt aan het overgeven was of dat het gewoon slijm van het hoesten was. Ik denk het laatste maar de huisartsenpost gokte op basis van het verhaal het eerste en zei dat we het gewoon konden afwachten maar dat we zeker weer moesten bellen als ze toch een koortsstuip zou krijgen. D. zei nog altijd niets, ze huilde ook niet, ze keek gewoon apathisch voor zich uit. Pas toen we vroegen of ze wilde slapen kwam er een heel zacht ‘ja’. Maar zodra we haar neerlegden – ik had net haar bed verschoond – kwamen er weer nieuwe golven slijm, dus toen moest ze toch weer rechtop en moesten wij weer met doeken in de weer. Wat een gedoe zeg. Daarna ging het wel iets beter, we hoorden haar nog een aantal keren hoesten en toen viel ze in slaap. Ik niet meer, ook vanwege mysterieuze lichtflitsen die ik zag en waar ik maar niet van begreep waar ze vandaan kwamen. En toen ik eindelijk in slaap viel, had ik een afschuwelijke nachtmerrie en daarna kon ik al helemaal niet meer slapen. Gelukkig heb ik in de loop van de dag uitgevogeld dat ik waarschijnlijk knipperende koplampen van een Tesla zie, die hebben blijkbaar een idiote bewegingssensor ingebouwd waarbij het nodig is om je buren uit hun slaap te houden door die felle schijnwerpers van koplampen te laten knipperen. D. was de volgende ochtend trouwens gewoon weer haar blije zelf en ontkende dat N. de huisartsenpost gebeld had. Nou ja, ook goed.
D. zingt echt al opvallend goed ‘Zie ginds komt de stoomboot!’ Echt volledig foutloos, afgezien van haar hardnekkige: ‘Wie stout is krijgt lekkers…’