D. 3 jaar en 5 maanden/ 3 jaar en 6 maanden

      Reacties uitgeschakeld voor D. 3 jaar en 5 maanden/ 3 jaar en 6 maanden

D.: ‘Mogen we weer met de piratenpistolen?’
Waterpistolen, bedoelde ze.

S. en D. spelen al bijna een hele week kindje. Waarbij D. de baby is, S. de moeder, ik de oma en N. (wee haar) de tante. D. zegt alleen nog maar ‘wèh wèh’ en ‘tata’, bloedirritant is het.
Op vrijdag zegt N. tegen haar: ‘S. gaat nog één dagje naar school en dan heeft ze zes weken vakantie.’
D.: ‘Kunnen we heel de tijd kindje spelen!’
N.: ‘Eeeh…’
S. vanuit haar kamer: ‘Wat zeggen jullie?’
Ik: ‘Niks niks!’
S. zodra ze D. weer ziet: ‘Kindje spelen?’

D. tuurt naar de weegschaal: ‘Hij zegt dat ik 3,5 ben, denk ik!’

O, wat vindt D. het vaak toch vervelend dat ze nog niet zo groot is als S. Op een gegeven moment staat ze in de woonkamer, loopt langzaam richting de gang en zegt: ‘Nou… Eeeh.. Ik ben dus.. 3,5… dus ikke… kan nu… wel zelf naar de speeltuin’, en ze rent zo hup naar de voordeur, trekt ‘m open en sprint richting de speeltuin. Ik moest er zo om lachen, maar toen ik haar terug had gehaald, was ze zo boos en verdrietig en had ik vooral medelijden met haar. Het is ook niet leuk natuurlijk, als je nog minder mag dan je grote zus. Ze spelen de laatste tijd wel hartstikke leuk met elkaar met de Playmobil en Sylvanian Family, die gaan dan in de zweefmolen en dat is heel erg fijn maar maakt het voor haar nog teleurstellender als S. iets anders gaat doen waarbij zij niet mee mag.

D. heeft een bakje met Spiderman erop gekregen op de crèche.
Ik: ‘Spiderman kan volgens mij heel knappe dingen, op een gebouw klimmen en zo.’
D.: ‘En hinkelen…’