We gingen naar de kapper. Ik zei dat S. nog wel graag vlechtjes wilde kunnen, dat de juffrouw van de crèche die ook zo mooi kon maken.
Zij: ‘Kan mama dat ook?’
S, heel zacht: ‘Mama N.’
En zo wist de kapster ook meteen dat ze twee moeders had, waarna ze meteen met het verhaal kwam, hoe zat het ook alweer, dat de een dan het eitje van de ander, zoiets.
‘O ja’, zei ik. ‘Dat is wel echt een zwaar traject, want dan moet je met hormonen enz.’
‘Hebben jullie allebei een kindje gedragen?’ vroeg ze.
‘Nee’, zei ik. ‘Mijn vrouw is twee keer zwanger geweest.’
‘Maar dan is het ook wel jouw kind hè’, haastte ze zich te zeggen. ‘Net als bij adoptie.’
Ik vind het toch niet helemaal hetzelfde als adoptie, geloof ik, maar enfin, ze probeerde in elk geval vriendelijk en belangstellend en openminded te zijn, dat is denk ik ook het hoogst haalbare bij gesprekken als dit.
S.: ‘Weet jij wie ik lief vind?’
Ik: ‘Nou?’
Zij: ‘Juf S.!’
Ik: ‘Ja, daar was ik van op de hoogte.’