S. 3 jaar en 7 maanden

      Reacties uitgeschakeld voor S. 3 jaar en 7 maanden

Het is zo leuk dat S. nu kan kwartetten. Op de een of andere manier heeft zij steeds véél meer kaarten dan ik, ook in de gevallen dat ze niet stiekem al een kwartet in haar handen heeft. En ik moet telkens de kaarten aangeven zodat ze die als ‘een grote meid’ kan vasthouden, met een waaier in haar hand. Maar verder snapt ze wel wanneer ze wat kan vragen, en gaat het meestal ook goed met wat ze vraagt (soms niet: ‘Heb jij de Nijntje met het zielige oortje?’ terwijl je zelf net dat kwartet hebt weggelegd…). Het is wel een makkelijke kwartet dat we hebben, steeds vier dezelfde kaartjes, dat is wel handig.

We zijn naar de dierentuin geweest. Ik heb twee weken lang de weersvoorspellingen in de gaten gehouden, ging van optimistisch naar pessimistisch naar gerustgesteld naar matig tevreden naar optimistisch naar regelrecht bang, want ineens was er onweer voorspeld en vreselijke regen. En omdat we niet op vakantie gaan, had ik heel erg het idee dat Deze Dag De Beste Dag moest worden. Uiteindelijk was het weer helemaal perfect, beetje zon, beetje bewolking, helemaal geen regen, 20 graden. Dus dat was heel fijn. S. vond het leuk om de apen te zien, en allerlei andere beesten, alleen de krokodillen wilde ze niet zien. En de speeltuinen vond ze helemaal het einde. ‘Ik wist niet dat je hier zo veel kon spelen!’ En verder vond ze het vooral ook heel leuk om tante C. weer te zien, na al die tijd, en om een ijsje te eten en ’s avonds friet te eten. Ja, een zeer geslaagde dag.

Wij hebben een cd met het alfabetlied. S. zong steeds lmnov, dus ik had gezegd dat het een p moest zijn, geen v. Maar ze bleef steeds lmnov zingen.
Tot vanochtend, toen zong ze: lmnop, qrstupp.
Woedend was ze, toen ik zei dat het vw was. Want ik had gezegd dat het een p moest zijn…

S. en ik lopen naar de winkel. We komen een witte hond tegen.
S.: ‘Mensen kunnen niet wit zijn hè?’
‘Nee’, zeg ik. ‘Al zijn er ook mensen die jou wit zouden noemen. Welke kleur vind jij dat je bent?’
S. denkt na. ‘Een beetje geel en een beetje bruin.’
‘Ja.’
S. denkt nog even verder, en voegt er dan aan toe: ‘Zoals een boterham.’