Dat je van die voetjes op de trap hoort en gaat kijken en dat je dan zo S. in de deuropening ziet die verschrikt zegt: ‘Nee, je moet niet hierheen komen, je moet blijven zitten!’ en dat je dan gaat zitten en dat S. dan voor je komt staan en zegt: ‘Wil je koffie? Je kan blijven zitten hoor, mama N. komt het zo wel brengen.’ en dat je dan zegt: ‘O, maar ik wil het ook wel even komen halen hoor’ en dat zij dan zegt: ‘Ja dat mag ook, wat je wil hè mama, wat je wil!’. Ik wil nooit meer op kantoor werken.
We hebben gelogeerd bij mijn vader. S. vond het reuzespannend. Logeren vindt ze heel leuk hoor, maar dat blijven slapen, dat hoeft er bij haar niet bij. Ze wil wel blijven avondeten, dan in haar eigen bed slapen en bij het ontbijt weer terug geteleporteerd worden, geloof ik. Een nachtlampje helpt wel een beetje, en dat ze haar knuffel Neuneu bij zich heeft natuurlijk ook, maar ze bleef de tweede nacht meer roepen, zodat ik toch maar bij haar gebleven ben tot ze sliep. Dan is ze ineens toch weer heel erg klein.
’s Ochtends had ze zichzelf aangekleed zodat ze gauw naar de speeltuin kon, superknap! ’s Middags bij het opruimen en inpakken waren we alleen wel haar pyjamabroek kwijt. Overal keken we, maar nergens was ‘ie te vinden. Ik had inmiddels wel een vermoeden en stelde voor om aan S. te vragen waar de broek was. En nee, S. had ook geen idee. ‘Heb je hem misschien nog aan?’ vroeg N. En inderdaad, dat bleek het geval te zijn.