We zijn naar een voorlichtingsavond van het ziekenhuis geweest: ‘Bevalt het?’ Nou, het beviel beter dan de voorlichtingsavond over borstvoeding. Deze mensen konden wat beter presenteren, om te beginnen, en ze maakten minder domme grapjes. En je kon even in een verloskamer kijken, wat wel leuk was. Het zijn mooie kamers, eenpersoons (hoewel de partner wel ook kan blijven slapen) als je de baby niet meetelt, wat je eigenlijk wel moet doen, want de baby mag altijd bij je op de kamer blijven, zelfs als er een couveuse aan te pas komt.
De dag ervoor hadden we het bij Samen bevallen gehad over pijnbestrijding, wat de nadelen daarvan (kunnen) zijn. Dat was wel handig, want in het ziekenhuis zeiden ze daar dus helemaal niets over. Dan is het toch schrikken als je bijvoorbeeld ineens een katheter krijgt en je wist van tevoren totaal niet dat dat bij een ruggenprik hoorde. Een van onze verloskundigen was er ook, zij stelde dat thuis bevallen even veilig was als in het ziekenhuis, wat goed was om te horen, te meer omdat bepaalde mensen haar van het tegendeel proberen te overtuigen. In principe gaat N. voor een thuisbevalling. We zijn ons ervan bewust dat de meeste (eerste) bevallingen alsnog in het ziekenhuis eindigen, maar als dat niet nodig is, lijkt het ons prettiger om gewoon te kunnen blijven waar we op dat moment zijn, in een omgeving die we kennen, in plaats van dat N. met weeën (die dan waarschijnlijk prompt weer ophouden) naar het ziekenhuis verplaatst moet worden. De gedachte dat ik dan de hoogst verantwoordelijke taak zou hebben om een bevallende vrouw naar het ziekenhuis te moeten rijden, vind ik ook niet echt een prettige.
Maar mocht dat toch moeten, dan is wel het handige aan die voorlichtingsavonden dat je kunt oefenen met de route. Dat dat nodig was, bleek toen ik in de linkerrijstrook ging rijden en N. zei: ‘Wat doe je, je moet hier naar rechts!’ Was ik even vergeten… Ik was met mijn hoofd al bij een stap verder, daarna moet je namelijk wél naar links.